Frans Veldman schreef op zaterdag 27 januari 2007, 22:00:
> Esther schreef op zaterdag 27 januari 2007, 21:48:
>
>> Zoals dat (overigens onbedoeld) gebeurde met schapen enkele

> mijn paard krijgt te weinig kalium, niet klopt.
>
> Groeten,
> Frans
Je begrijpt niet wat ik bedoel duidelijk te maken, ik schreef net al ik ben het met je eens dat gras aan bepaalde voorwaarden moet voldoen, maar een paardenweide moet daar ook aan voldoen wil je voldoende goed gras hebben en het niet vol met ongenodigde concurrenten komt van het gras omdat het gras geen kans op herstel krijgt.
Je kunt het dus idd twee kanten op bekijken, de bodem bepaalt wat er kan groeien, dat is correct. De bodem kan ook ongewenste boodschappen meegeven aan het gras, bijv het cadmiumverhaal,
Maar zijn de benodigde voedingstoffen aanwezig in de wei om voldoende voedsel te kunnen produceren. Dat kan dus fout gaan en dan onstaan er wel problemen omdat je te weinig goed gras overhoudt en andere planten gaan concurreren met gevolg wel een voedingstekort. Dat staat idd in principe wel los van gras. Het grote misverstand ontstaat dan ook bij deze dingen, gras kan groeien zonder selenium, die voorwaarde is niet nodig voor gras om te kunnen groeien, gras kan ook groeien bij een vrij lage voedingstoestand van een bodem. Je krijgt wel een ander soort gras dan je zou willen hebben. Moeilijk is dus om er achter te komen welk soort gras bevat nu precies welke voedingswaarde. Globaal zeggen de deskundigen over paardenweides het volgende
Een grasplant groeit alleen goed indien de bodemvruchtbaarheid op peil is. Belangrijkste elementen daarbij zijn Stikstof (N), Fosfor (P) en Kalium (K). Deze elementen zijn zeer belangrijk voor de groei en moeten voldoende in de bodem aanwezig zijn. De functie van deze drie is als volgt:
- N: voor de groei (celdeling en celstrekking), snelheid van groei, herstel , vorming bladgroen, omzetting naar energie en suikers, eiwitgehalte in de plant, uitstoeling van de plant
-P: wortelontwikkeling van de (jonge)plant, goede plantkundige samenstelling van de grasmat, opbrengst van het grasland
-K: vervoer van koolhydraten in de plant, regelt de waterhuishouding in de plant, bevordert de groei van de goede grassen
Stikstof (N) en Kali(K) zijn wateroplosbare elementen die gemakkelijk transportabel zijn in de bodem en dus ook gemakkelijk kunnen uitspoelen. Fosfor is minder mobiel en spoelt daarom weinig of niet uit.
Globaal is per hectare een ontrekking (bemestingsbehoefte)van de drie elementen door oogst (maaien en grazen) en uitspoeling als volgt:
N: afhankelijk van de behoefte kan dit liggen tussen de 200 en 400 kg per hectare. Meer N is meer gras!
P: globaal tussen de 40-80 kg per hectare (afhankelijik van fosfaattoestand in de bodem)
K: tussen de 80-140 kg per hectare (afhankelijk van de kalitoestand in de bodem)
Naast dit alles zijn er nog sporenelementen die belangrijk zijn:
Calcium (Ca): plant stevigheid. zit in kalk
Koper (Cu): voor diergezondheid. Bij ernstig kopergebrek verdwijnen de goede grassen.
Magnesium (Mg): voor aanmaak bladgroen en diergezondheid
Na: smaak van het gras en diergezondheid (likzucht, eetlust en vruchtbaarheid)
Met runderdrijfmest geef je in de regel behoorlijk fosfaat, kali en sporenelementen.