De traditie van het bekappen en beslaan van paarden is al eeuwen oud. De inzichten stammen uit een tijd waarin gedegen wetenschappelijk onderzoek nauwelijks voorhanden was. Het was een tijd van aderlatingen en schedelboringen. Men gebruikte wel paarden, maar enig benul over de leefwijze van wilde paarden was er niet, laat staan over het functioneren van de hoeven.
IJzer was destijds een gangbaar beschermmateriaal, maar niet noodzakelijkerwijs het beste materiaal: Men had nou eenmaal niets anders. Zo werden ook wagenwielen van een ijzeren band voorzien; dit werd beslist niet gedaan omdat ijzer zo goed schokdempend werkt of zo lekker rijdt, maar omdat men nou eenmaal niets beters had.
Inmiddels mennen we met wagens die soepel geveerd zijn en rijden op moderne comfortabele luchtbanden, maar de paarden ervoor moeten het nog doen op schoeisel van voor de middeleeuwen.
Het is nog niet zo lang geleden dat er voor het eerst op wetenschappelijke wijze grootschalig onderzoek is verricht op wilde paarden: Tot de ontsteltenis van de onderzoekers was de hoefvorm en het gebruik van de hoef totaal anders dan wat men altijd had aangenomen. Bij alle onderzochte paarden was de vorm van de hoeven hetzelfde, maar beslist anders dan het model dat we bij onze gedomesticeerde paarden nastreven.
Interessant was dat alle paarden op de zool en straal liepen, en de hoefwand hoofdzakelijk voor de bescherming "rondom" diende. Brokkelhoeven, hoefkatrolontsteking en dergelijke hoefziekten kwamen bij geen van de paarden voor, zelfs niet bij de kadavers die men vond. Paarden in de natuur gaan wel dood, maar doorgaans niet aan hoefproblemen. In Nederland is het net andersom: De meeste paarden komen voortijdig aan hun eind door hoef- en beenproblemen.
Dit zette sommige onderzoekers aan het denken: Als de hoefvorm van wilde paarden anders is dan bij gedomesticeerde paarden, en wilde paarden hoeven hebben die bestand zijn tegen dagelijks 50 kilometer over rotsgronden en daarbij uiterst gezond zijn, wat zou er dan gebeuren als we gedomesticeerde paarden dezelfde hoefvorm en een vergelijkbare levenswijze geven als hun wilde soortgenoten? Tot hun vreugde ontdekten ze dat de hoeven dan na verloop van tijd even gezond en onslijtbaar werden als die van de wilde paarden...
Sinds deze ontdekkingen zijn er een aantal nieuwe stromingen ontstaan, waarbij uitgegaan wordt van de natuurlijke vorm en functie van de hoef. Deze methoden van bekappen hebben hun doeltreffendheid inmiddels ruimschoots bewezen: Het blijkt dat alle paarden na een overgangsperiode zonder ijzers kunnen lopen, dat ziekten als hoefkatrolontsteking en hoefbevangenheid kunnen worden voorkomen en genezen, dat de paarden veel beter gaan lopen dan voorheen. Wereldwijd ontdekken steeds meer mensen de natuurlijke bekapping en passen deze toe in alle vormen van paardensport: Recreatie, Endurance, Dressuur, Gangenpaarden, Western, etc.