Jet van Gulik schreef op woensdag 15 februari 2012, 16:46:
> e m kraak schreef op woensdag 15 februari 2012, 14:25:
>
>> Els Kleverlaan schreef op woensdag 15 februari 2012, 13:49:

>> van heb en is flagrante onzin!
>
> Oh Egon, wederom weergaloos in woorden gevat! Dit verdiende meer dan een
> 'vind ik leuk'! Vind ik, nochtans.
Uhm, wat vind je nu precies meer dan leuk?
> Maar Els, zullen we samen een patent aanvragen op gestreepte pyama's? Doe
> jij de productie en verzending, breng ik het met tekstjes op de markt.
> Lijkt me súper!
Een poowniekapsalon openen kan ook; je hebt als poowniekapster dan maar 2 kleuren verf nodig om de pyama's en ruimtepakken overbodig te maken! Dan nog wat van die punkerszooi (die mode is over dus dat moet goedkoop in te kopen zijn

) in de manen smeren zodat die mooi als hanenkam rechtop blijven staan... en iedereen zit komende zomer op nepzebra's
Het was echter niet de opzet van het onderzoek aan te tonen dat zebrastreping universeel tegen "steekvliegen" beschermt (Welke genera omvat deze definitie precies? Zitten daar ook mugachtige vliegen of vliegachtige muggen (ik zoek geen spijkers op laag water: die beesten bestaan allemaal echt in 100en soorten) bij? Wat is nu precies de gemeenschappelijkheid waarop deze eigenschap inwerkt?). Het opmerkelijke resultaat dat streping significant beter werkt dan wit of zwart is toevallig en onverwacht gevonden!
Want de gevonden
data geloof ik, zoals meestal wel, voetstoots en die geven een nogal onverwacht circumstantial evidence dat "zebrastreping" letterlijk "onverwacht goed" als bescherming tegen een aantal soorten, met name dazen (een aantal soorten Tabanidae getest) lijkt te werken.
Voor de link naar werkzaamheid tegen, om maar een algemeen bekende aan te halen, pakembeet 3 dozijn soorten Tsetsevliegen (wat dus helemaal geen dazen, Tabanidea, zijn maar Glossinidae) zul je toch echt naar Afrika moeten om te praktijktesten, nog afgezien van de myriaden andere pestjes die daar rondvliegen. Ik zou dat praktijktesten met echte veldwaarnemingen willen doen, nu wellicht beter bekend is waar precies naar gekeken zou moeten worden. Als vergelijkbare labtests (dus de methodiek van dit onderzoek volgend) ter plaatse de veldwaarnemingen dan ook nog eens ondersteunen, is de goede weg gevolgd. En dan nog is slechts een werking aangetoond die genetisch een volkomen toevalligheid kan zijn en allerminst onder "evolutionaire druk" tot stand hoeft te zijn gekomen (een genetisch toevallige eigenschap die toevallig niet voortijdig lethaal voor de proefpersoon is blijft namelijk gewoon bestaan, los van of die toevalligheid ook nog iets "nuttigs" doet) - oftewel, vrij naar prof. Haring: ijsberen mogen best ineens zwart of paars met gele sterretjes worden zolang ze maar genoeg blijven neuken om nieuwe ijsberen te produceren.
Mij lijkt jullie idee over zebrapyama's en dergelijke dus wel goed, maar da's als toevallig afgeleide heel wat anders dan de bedoelde relevantie van het onderzoek.
Bedankt trouwens voor het attenderen hierop; vind ik leuk
