Pieter Pelser schreef op maandag 24 oktober 2005, 17:33:
> e m kraak schreef op maandag 24 oktober 2005, 14:09:
>>
>> Juist. Ik snap het, maar mijn commentaar was ertoe bedoeld je
>> te bewegen dit heel luid en duidelijk uit te leggen aangezien
>> ik sterk de indruk heb dat het veelvuldig misinterpreteerd
>> wordt.
>
> Ik hoop dat ik het nu duidelijker verwoord heb.
Voor mij eigenlijk niet bij nader inzien... zie hieronder commentaar, aangezien ik vrees dat we ietwat langs elkaar heen tiepen.
>>
>> Volgens mij is het zo dat wat de studie weergeeft, de
>> percentuele verdeling is van het neerkomen van zaadjes in
>> afstand gemeten vanaf de moederplant.
>
> De studie presenteerd vooral absolute aantallen. Het enige
Ja dat zei ik ook. Ik had het modelmatig duidelijker gevonden als die meetgegevens kwantitatief waren geabstraheerd. Dat zou denk ik minder nmm ongewenst beleid hebben opgeleverd.
De stelling die ook jij eruit wil halen is op deze wijze nmm niet aantoonbaar, omdat er slechts een verdeling wordt aangegeven van een soorteigen verspreidingspatroon. Om daar vervolgens aan te verbinden dat externe factoren als turbulentie etc. niet van belang zijn lijkt mij onjuist.
> percentage dat gegeven wordt (voor zover ik dat uit Harper &
> Wood (1957) begrijp want ik heb wat moeite om Poole & Cairns
> zelf te pakken te krijgen) is de schatting dat maar 0.5% van de
> komt dicht bij de moeder plant terrecht. Dat is ook vanuit een
> ecologisch oogpunt goed te verklaren, omdat de kans op voor de
> plant juiste omstandigheden dicht bij de moederplant erg hoog
> is (de moederplant kon er immers ook groeien).
Hoe is dat bij Taraxacum (s)sp. dan bijvoorbeeld? Die maken dacht ik betere parachuutjes...
>
> Zie mijn commentaar hier boven. De gegevens zijn absoluut
> (aantallen zaden). Het bewijs dat het merendeel van de zaden
> dicht bij de moederplant terecht komt is duidelijk: er werden
Nee, het merendeel van de zaden komt RELATIEF dicht bij de moederplant terecht.
> tussen de 120.000 en 327.377 zaden opgevangen binnen de
> populatie en maar 23 op een afstand van c. 37 meter van de
> populatie. Hoe kan je dit anders verklaren?
Weet ik veel... het kan wel zowat windstil zijn geweest, of hebben geregend. Er is zoveel denkbaar dat niet beschreven is. Daar gaan die studies dacht ik ook niet over, en zelf schreef je ook net dat je de externe factoren niet van belang acht voor de soorteigen (dus INTERN bekeken of t.o.v. andere species in vergelijkbare proeven) lineaire anemochore verspreiding. In veldsituatie zijn omgevingsvariabelen echter wel degelijk van belang nmm.
> Door zelf de bron van de informatie te checken kan je
> controleren of je het eens bent met de interpretatie. Precies
> daarom is de stelling die regelmatig op website en in
> foldertjes gegeven wordt dat JKK een extreem goede verspreider
Of het nu via wind, of via dieren, of nog anders gaat is het nmm overduidelijk dat de verspreiding van onze hinderlijke kruiskruiden de afgelopen tijd ineens razendsnel verlopen is. Kortom: prima verspreider.
Zelf denk ik dat dat in twee fasen gekomen is:
1) een significante mate van "hulp" d.m.v. uitzaaien en grootschalig beheer dat juist gunstig voor deze soorten is. Dat grootschalig beheer betreft vooral de zgn. "lange bunders" zoals bijv. wegen en dijken en heeft daardoor voor een netwerk gezorgd, en;
2) vanuit dat netwerk heeft uitstraling naar de omliggende gebieden plaatsgevonden. Gezien de kleinschaligheid van NL is dat al gauw areaaldekkend.
Een zomaar ineens plotse algemene aanboring van "de zaadbank" lijkt me hoogst onwaarschijnlijk.
Bewijzen kan ik dit helaas niet, en 100% overtuigd dat dit patroon volledig verantwoordelijk is ben ik ook niet.
Wel overtuigd ben ik dat het momenteel populaire grootschalig beheer dat verschraling combineert met onontkoombare verstoring zorgt voor de niche die de kruiskruidenexplosie mogelijk gemaakt heeft. Ik vind dat kwalijk en ondoordacht.
Dat vind ik al vrij lang... heb onze gemeente Bellingwolde daar een jaar of 12 terug al op gewezen. Dat het "natuurbeheer" in O-Groningen nog niet zulke catastrofale gevolgen heeft kunnen aanrichten komt nmm vooral doordat veel aanpalenden het bermenonderhoud in eigen hand nemen. Wie weet gaat ons "natuurvriendelijke" College dat nog wel expliciet verbieden... zitten we hier ook binnen enkele jaren met de gat in de ellende.
> is waardeloos. Er wordt geen bewijs gegeven of een referentie
> hiernaar gegeven dat dit zo is. Wetenschappelijke studies,
> zoals die hierboven aangehaald, laten zelfs zien dat deze
> stelling teveel eer aan JKK geeft.
Dan zie je er meer aan dan ik. Ik zie, nogmaals en ten overvloede, slechts wat waarnemingen die nmm beter omgerekend hadden moeten zjin naar een soortinterne normaalcurve.
Over externe factoren zie ik geen gegevens. Of en in hoeverre die van belang zijn verschillen we blijkbaar fundamenteel van mening. Dat bijv. Taraxacum een andere soortinterne normaalcurve van anemochore verspreiding geeft lijkt me prima mogelijk... dat daaruit geconcludeerd zou kunnen worden dat die soort anemochoor beter verspreidt lijkt me ook mogelijk... leuk voor plantkundigen maar doet nmm weinig terzake zolang die normaalcurven niet geimplementeerd zijn binnen het kader van gemeten externe factoren (omgevingsomstandigheden).
Groeten, Egon