Peet schreef op zaterdag, 21 mei 2005, 11:30:
> Eerst even de situatie schetsen:
> Er is een kudde van 10 paarden; 2 merries, 2 hengsten en 6
> ruinen. Deze kudde vertoeft in een enorm grote weide, dus ruimte

> je het geven en wanneer kun je zeggen oke, het klikt niet?
>
> groetjes, Petra
>
www.jovarna.tkAls ik probeer dit zo goed mogelijk te lezen zit ik me af te vragen wat hier nou eigenlijk mis is?
De wei is aangegeven als enorm groot....
Individuele contacten zijn reeds aangegaan....
Sympathiën en antipathiën zijn daarbij normaal lijkt me.
En op grond waarvan wordt de nieuwe merrie in de groep als alpha betiteld? Dit zal nmm. eerst in samenhang met deze nieuwe groep moeten blijken.
Dat een individu een meer of minder sociaal karakter heeft zegt overigens niets over "alpha". Uit meer modernere protocollen blijkt dat het individueel-sociale karakter van een paard zeer uiteenloopt.
In de beschreven paardengroep lijken me triangulaire (dus niet-lineaire) dominantiepatronen vrij voor de hand liggend.
Het lijkt me wel interessant de individuele verhoudingen in deze groep nauwkeurig te protocolleren; wie gaat de meeste vriendelijke (cq. onvriendelijke) sociale interacties aan met wie, en wanneer en waarom? De meerderheid zijn nml. ruinen - ruinen horen niet thuis in een natuurlijk patroon maar kunnen slechts bekeken worden als "3e geslacht". Dit bemoeilijkt het beeld aanzienlijk.
Bijna altijd wordt het etiket "kuddedier" te simplistisch ingevuld. Van nature zijn paarden kuddedieren, maar er bestaan best veel varianten van invulling daarvan. Zo zijn paarden als sociaal levende soort niet te vergelijken met bijvoorbeeld runderen.
Paarden lijken in eerste instantie individuen te zijn, in tweede instantie familiedieren, net als mensen. Vervolgens pas kunnen die families een soort van (lossere, opportune) kuddeverbanden vormen. Wanneer het familieverband gefrustreerd wordt ontstaan er logischerwijs individu-groeperingen.
Nmm zijn alle data gebaseerd op of geinterpreteerd naar de idee van paarden functionerend als kudde (als geheel) foutief. De rangorde-idee (als in de kippen-pikorde van Schjelderup-Ebbe) is in de vakliteratuur allang achterhaald als universeel gangbaar model, daarentegen een prima indicator voor "crowding" in gehouden-dieren-situaties.
Groeten, Egon