Frans Veldman schreef op maandag 31 oktober 2011, 22:20:
> Christel Provaas schreef op maandag 31 oktober 2011, 22:00:
>
>> Ik zou toch heus zeggen dat je een zwakkere soort kweekt, omdat hij immers

> Zo is die diversiteit aan planten ook ontstaan, doordat planten zich
> gingen aanpassen aan "lastige" grondsoorten, verschillende klimaten,
> predatoren, etc. Die zuurminnende plant is waarschijnlijk ooit begonnen op
> een PN-neutrale bodem, is steeds verder zijn grenzen gaan verleggen naar
Die waarschijnlijkheid ontgaat mij totaal, daarom mag je me dat haarfijn uitleggen

> een zuurdere bodem omdat daar minder concurrentie was, en is daarmee
> steeds beter aangepast aan een zure bodem. Dat proces kun je ook weer de
> andere richting opsturen door hem gedwongen in een minder zure omgeving te
> laten groeien. Elke soort (plant en dier) is ontstaan door een
> opeenvolging van aanpassingen aan een veranderende omgeving.
Dat is nog maar zeer de vraag. Hoe komt het toch dat je een zo klakkeloos en kritiekloos volger bent van wat er aan neo-darwiniaanse simplistische nonsens wordt voorgekauwd?
Een andere even goede mogelijkheid is dat een levensvorm ontstaat door endosymbiose of nog anders. Legio mogelijkheden en mechanismen. De enige echte constanten waar levensvormen aan onderworpen zijn, zijn van vooral natuurkundige aard, bijv. zwaartekracht.
Om kort te gaan is verandering (evolutie) mogelijk zonder evolutionaire druk. Prof. Kimura bedacht in deze richting zelfs de genetische drift die veroorzaakt dat verandering ALTIJD en per definitie gebeurt.
Theoretisch lijkt het evolutionair con- en divergeren uiteraard een heel elegant model en het bestaat ook nog in werkelijkheid, maar het is bepaald niet zo dat het automatisch op gaat omdat er veel meer mogelijkheden zijn.
De mogelijkheid echter dat een levensvorm terug stuurt naar een voorgaand genotype heeft een dermate kleine kans dat je die gerust aan niet bestaand gelijk kan stellen

Het lijkt mij het meest praktisch, als we de neo-darwinistische kerk even laten voor wat het is, er van uit te gaan dat wanneer je het substraat waarop een plant groeit teveel verandert, die plant gewoon dood gaat. De kans dat er geheel nieuwe boterbloemen gefabriekt worden die "aangepast zijn aan de nieuwe situatie" is veel kleiner dan de kans dat er voor die "nieuwe situatie" die evolutionair eigenlijk helemaal niet nieuw is, reeds een andere boterbloemsoort bestaat die het gewoon overneemt.
Het wordt evolutionair pas echt interessant wanneer een omstandigheid echt nieuw is, zoals bepaalde vormen van door mensen veroorzaakte "vervuiling".