Inge Teblick schreef op zondag, 28 november 2004, 13:03:
> Ik denk dat het zo ingewikkeld niet is allemaal

.
> Lichaamstaal is redelijk universeel, en "
wijken voor druk"
Sinds wanneer is dat, en waarom weet ik dat nog niet?!
Zelfs redelijk verwante soorten, als ponies en ezels, of mensen en bonobos, verstaan elkaar nauwelijks.
> verstaat zelfs een vlinder. Soorten kunnen onder elkaar in elk
> geval een heleboel communiceren.
Iets aan het schrikken maken en wegjagen lukt natuurlijk wel, en je hebt gelijk dat ook dit communicatie is. Maar beoogt nmm toch niet enige verdieping van de relatie tussen verschillende soorten.
> Hoe beter je soortspecifieke taal kan leren, hoe beter, maar ik
> denk niet dat je echt een "vreemde" taal leert - 't is alleen
> een kwestie van op lichaamstaal leren létten, en dan in het
> bijzonder de kleine dingetjes, iets wat wij mensen onderling een
Mensen gebruiken toch echt wel een boel lichaamstaal onderling, en letten daar ook op - maar dit gaat grotendeels onbewust. Desmond Morris heeft er populaire boekjes mee gemaakt: De Mensentuin, en De Naakte Aap. Bert Haanstra heeft ongeveer in dezelfde tijd de documentaire "Bij de beesten af" gemaakt.
> beetje zijn afgeleerd. Zelfs iemand die niks van paarden weet
> maar wel even oplet, begrijpt het heus wel wat het betekent als
> een paard z'n oren plat legt.
Interspecifieke aggressie is natuurlijk redelijk universeel. Hoe kan het ook anders.
> Soms jaagt de hond het paard op, maar omgekeerd kan ook - hond
> én paard weten precies hoe ze dat voor mekaar moeten krijgen.
>

> of wijk je voor een mede-shopper? En als je even gaat zitten om
> tussendoor een warme chocomelk te gaan drinken, kijk dan eens
> naar de tafeltjes rondom je? Wie is moe? Wie is blij? Verlegen?
> Vrolijk? Uitgelaten?
En wie zit de omgeving te zekeren en hoe vaak?

Groetjes, Egon