Fred schreef op maandag 25 augustus 2008, 13:10:
>>Dit is weer een van je kenmerkende dikdoenerige berichten, waarin je >alleen maar vragen stelt en geen antwoorden geeft.
>>Het gaat erom dat er een moment is dat de band stil staat t.o.v. de grond. >Hoe lang of hoe kort dan ook.
> Die band (in beweging) staat enkel stil als het tijdsinterval
> oneindig klein is.
> Daarvoor moet je de afgeleide nemen van de afgelegde weg naar
> de tijd. En de snelheid is bijgevolg pas 0 als tijdsinterval
> oneindig klein is. Ik heb niet de tijd, en het is hier niet de
> plaats om je de basis van de wiskunde bij te brengen; daar zijn
> andere bronnen voor

Voor het verkrijgen van gezond verstand bestaan geen bronnen, dat heb je of dat heb je niet.

Met gezond verstand kun je zo al beredeneren dat mensen geen 1,5mm doorglijden op asfalt, omdat ze anders op blote voeten de overkant van de straat niet eens zouden halen. De theorie KAN dus al niet eens kloppen. Of geldt de basis van jouw wiskunde uitsluitend bij redenaties die betrekking hebben op paarden, en niet bij mensen en andere dieren?
Het moment waarop de benen absoluut stil staan in de vrije lucht is inderdaad oneindig klein. De tijdsduur rond dat moment, waarop ze een snelheid hebben van 1mm per uur, duurt al heel wat langer. Er is rond het moment van stilstand zelfs een relatief heel erg lange tijd waarop de hoeven 1,5mm afleggen. Zoals je vast wel begrijpt is de snelheid halverwege de pas het grootst, en aan de uiteinden van de "slag" steeds kleiner. Jij met je wiskundige bronnen kan vast wel uitrekenen hoe lang het moment duurt waarop vlak voor het tot stilstand komen van de hoef nog 1,5 mm wordt afgelegd, en dat moment is verre van "oneindig kort". Die slip is dus nog steeds niet nodig.
Los van dit alles hebben we het niet over een in de lucht zwevend paard. Het paard raakt de grond, en vanaf dat moment komt er nog een extra factor in het spel: wrijving.
In het ideale geval zet het paard zijn hoef op de grond vlak voor het "oneindig korte moment" van absolute stilstand, dus terwijl de snelheid nog een paar millimeter per uur is. Dan kan het laatste restantje snelheid zonder wrijving uitdoven (die fractie van een micrometer zit nog wel in de veerkracht van de hoef) terwijl het paard zijn gewicht op de hoef begint te zetten. De hoef begint daarna aan zijn achteruitgaande beweging, maar zal niet doorslippen omdat het paard er zijn gewicht al op heeft staan.
Hieruit kun je overigens ook afleiden dat het paard wrijvingsweerstand nodig heeft om zich te kunnen afzetten. Is die wrijvingsweerstand te gering, zoals bij het lopen op ijs, dan krijg je inderdaad weer het fenomeen "glij-moment". Het gebruik van hoefijzers zorgt eveneens voor het afnemen van de wrijvingsweerstand, en dus een grotere kans op "doorglijden".
Frans
"If your only tool is a hammer, you tend to see every problem as a nail."