Piet schreef op dinsdag 27 november 2007, 19:00:
> Als ik nu lees dat Parelli "met zijn perfecte systeem"
> en ik weet dat ook de 'grote' Montey Roberts zegt
> "voerbelonen werkt als je goed met een paard om kunt
> gaan", dan is het overduidelijk dat de panelen schuiven,
> maar dat de mannen nog teveel met zichzelf bezig zijn om
> gewoon te erkennnen dat ze beter kunnen bridgen om een
> paard precies te laten weten waarom het die voerbeloning
> krijgt.
Nounou, "teveel met zichzelf bezig zijn"... Tsss. Misschien dat er andere overwegingen meespelen? Clickeren heeft zeker zijn plaats, maar ook zijn zwakke punten.
> Tja, schot voor open doel he.

Het valt mij op (ach, niet alleen mij) dat de grootste successen met clickeren worden gehaald met redelijk timide paardjes, vaak met een nare voorgeschiedenis, die veel vertrouwen en aanmoediging nodig hebben. Daar is het ook geweldig voor. Maar ik zie weinig tot geen successen met hengsten, notoire lastpakken, etc. Camee is bijvoorbeeld een leuk clickerpaardje, maar Khabal bijvoorbeeld veel minder.
De manier waarop wij bijvoorbeeld Khani hebben ingereden, zonder ooit maar een spoortje geweld,
bitloos, etc. had ik wel eens willen zien evenaren door iemand die dat met clickeren had willen doen. Wat zou er "beter" aan hebben moeten zijn? Khani is in korte tijd uitgegroeid tot het beste rijpaard wat we hebben. Reageert vingerlicht, heeft er lol in, is stabiel, schrikt nergens voor, is in iedere gang te rijden, rijdt in hetzelfde tempo van huis als weer naar huis, etc. Zonder dwang, druk of andere narigheid. (Even afgezien van het feit dat ieder teugel- en beencue nou eenmaal communiceert via drukverschillen).
N.B. toen we Khani kregen had hij (zoals zoveel hengsten) al de eigenschap ontwikkeld om mensen "met de mond te bewerken" en voerbeloningen zouden deze eigenschap alleen maar verder hebben versterkt. Een hengst heeft geen aanmoediging nodig om nieuwe spelletjes te verzinnen, HIJ verzint ze, en dwingt jou tot meespelen. Dat is totaal anders dan wat je met timide paardjes meemaakt, waarbij de eigenaar euforisch wordt zodra het paard eindelijk zelf eens voorzichtig het initiatief neemt. Voor ons is het de uitdaging om ons te ontpoppen tot spelleider. Aanmoediging in de vorm van voerbeloning zijn daarbij totaal overbodig.
Hengsten zijn ook niet het soort dier dat je eenmalig 'voedselbeleefheid" aanleert. Hengsten zijn voorgeprogrammeerd om voortdurend de leider te
blijven aftasten, of ze al eindelijk eens de leiding kunnen overnemen. Zo gaat dat in de natuur, en in domesticatie is dat niet anders. Aangeleerde beleefdheden worden door een hengst met grote regelmaat opnieuw afgetast, om te onderzoeken of de regels (machtspositie) inmiddels zijn veranderd. Uitsluitend communiceren middels voedselbeloning zou de discussie over wie de baas is over het voedsel voortdurend opnieuw doen oplaaien, en de grens tussen "voedsel aannemen" en "voorzichtig onderzoekend in je vingers bijten" akelig nauw maken.
De methode van
Parelli is universeel toepasbaar op alle paarden, inclusief hengsten. Dat was ook het uitgangspunt. Bedenk hierbij dat we dan wel in Nederland zo ongeveer iedere hengst castreren, maar dat dit in veel landen veel minder vanzelfsprekend is.
Parelli is niet speciaal gericht op Nederland, of op timide paardjes met nare voorgeschiedenis.
Het is al vaker geopperd dat je, voordat je EEN bepaalde methode de hemel inprijst en de rest afwijst, beter nog even wat ervaring kunt opdoen met verschillende soorten paarden. En de methoden wat grondiger onderzoekt alvorens ze simpelweg weg te wuiven gebaseerd op populaire (maar niet altijd correcte) vooroordelen.